Een selectie van geluidsfragmenten waarin Clara, een nom de guerre, (*1917, Zuidhoek, Oud-Charlois) vertelt over de boeken uit Nazi-Duitsland die ze vanaf 1935 leest. “Toch was het tot op zekere hoogte theorie, tot de praktijk zich op een gekke manier aan mij opdrong.” Haar tante vaart op een Rijnaak, een binnenvaartschip, en vertelt in 1937 over pogroms die ze heeft meegemaakt in het Ruhrgebied. Dit specifieke moment in de openbare ruimte (tram 2), in combinatie met de boeken die ze leest, bereiden haar voor op de jaren die komen gaan.
In 1940, wanneer de Duitse Wehrmacht via vliegveld Waalhaven Charlois annexeert, gaat Clara als vanzelfsprekend in verzet. Na vier jaar verzetswerk wordt ze door verraad opgepakt in Amsterdam, met achtentwintig anderen, in de landelijke persoonsbewijzen vervalsingscentrale. Ze overleeft de concentratiekampen Ravensbrück en Dachau, maar eenentwintig kameraden overleven niet. Clara keert in 1945 terug in Rotterdam.